Huren

De huur volgens het gemeen recht

Het Belgisch huurstelsel kent een algemeen regime en drie bijzondere regimes.

Het algemeen regime, geldt enerzijds voor alle huurovereenkomsten die niet vallen onder één van de drie bijzondere regimes en is anderzijds van kracht als aanvullende regeling voor alle materies of aangelegenheden die door de bijzondere regimes niet bepaald worden.

De bijzondere regimes, namelijk woninghuur, handelshuur en pacht worden door afzonderlijke en specifieke wetten beheerst zoals hierna kort beschreven.

De woninghuurwet

Opdat een huurovereenkomst onder het toepassingsgebied van de wet zou vallen, moeten twee voorwaarden gelijktijdig vervuld zijn:

  • het moet gaan om een schriftelijke huurovereenkomst (vanaf 15 juni 2007) betreffende een woning (gemeubeld of ongemeubeld) die door de huurder als hoofdverblijfplaats wordt gebruikt (dit wil zeggen de plaats waar de huurder, natuurlijke persoon, eventueel met zijn gezin, effectief en op doorlopende wijze verblijft; inschrijving in het bevolkingsregister is een aanwijzing maar geen criterium);
  • met de toestemming van de verhuurder (die ofwel uitdrukkelijk of stilzwijgend kan gegeven worden bij de ingebruikneming door de huurder, ofwel schriftelijk kan gegeven worden in de loop van de huurperiode).

De handelshuur

Onder de handelshuurwet valt de huur van onroerende goederen of gedeelten ervan die, hetzij uitdrukkelijk of stilzwijgend vanaf de ingebruikneming door de huurder, hetzij krachtens een uitdrukkelijke overeenkomst tussen partijen in de loop van de huurperiode door de huurder of door een onderhuurder in hoofdzaak gebruikt worden voor het drijven van een kleinhandel of voor het bedrijf van een ambachtsman die rechtstreeks in contact staat met het publiek.

De duur bedraagt minimum 9 jaar; korter mag niet, langer mag wel (in dit geval zal de overeenkomst bij notariële akte moeten opgemaakt worden en worden overgeschreven op het bevoegd hypotheekkantoor).
Een uitzondering op dit principe is de onderhuur, deze mag immers nooit langer zijn dan de hoofdhuur.

Betreffende de herziening van de huurprijs: bij het verstrijken van elke driejarige periode hebben de partijen het recht aan de vrederechter een herziening van de huurprijs te vragen, mits zij bewijzen dat de normale huurwaarde van het gehuurde goed ten gevolge van nieuwe omstandigheden ten minste 15% hoger of lager is dan de huurprijs die in de huurovereenkomst is bepaald of bij de laatste herziening is vastgesteld.

Reset password

Voer uw e-mailadres in en we sturen u een link om uw wachtwoord te wijzigen.

Powered by Estatik